Grenzen aangeven zonder de ander voor het hoofd te stoten
Vind jij het moeilijk om je grenzen aan te geven? Omdat je bang bent om weerstand op te roepen bij ander? Je bent niet de enige. Maar goed nieuws: omdat grenzen aangeven gaat over gedrag & gedragsverandering, kan je dit oefenen.
En ik deel hiervoor met jou twee praktische tips waarmee jij direct aan de slag kunt! Of download onderaan de pagina onze oefeningen en maak vandaag nog een start met het aangeven van jouw grenzen.
Liever luisteren? Dat kan natuurlijk ook in de podcast-aflevering:
Tip 1: oefenen
Uiteindelijk gaat grenzen aangeven over gedrag: want je moet namelijk iets dóen om die grens aan te geven. En dat is goed nieuws, want gedrag & gedragsverandering kan je daadwerkelijk oefenen.
Ik doe dat bijvoorbeeld met cliënten in een rollenspel. Ik vraag jou iets te doen en hoe reageer jij? Wat zeg je dan? Op die manier ontdek je wat je nu eigenlijk doet én wat het effect daarvan is. En ook of dat een wenselijk effect is of niet. Waarna we samen gaan onderzoeken: wat zou je anders kunnen doen om wél het gewenste effect te bereiken?
Zo´n rollenspel kan jij ook oefenen met iemand uit je omgeving. Hoe vaker je nieuw gedrag oefent, hoe sneller het vertrouwd voelt. Ga het oefenen met voorbeelden waar niet te veel vanaf hangt. Dus kies niet meteen voor het vragen om die promotie, maar oefen bijvoorbeeld in de discussie wie het kopieerpapier bijvult.
Tip 2 : bied een alternatief
Dé manier om grenzen te stellen zonder de ander voor het hoofd te stoten, is het bieden van een alternatief en een vraag te stellen aan de ander. Ik leg dat hieronder uit met een concreet voorbeeld.
Stel: ik vraag jou om nu boodschappen voor mij te doen. En jij wilt ‘nee’ zeggen. Als je alleen zegt: ‘Nee, daar heb ik geen zin in / geen tijd voor’ – dan heb je weliswaar jouw grens aangegeven. Maar dan is de kans ook groot dat de ander zich genegeerd voelt. En dat is niet wat jij wilt bereiken; je wilt verbinding houden met de ander. Tenminste, daar ga ik vanuit ;).
Met behulp van de volgende interventie kan je nog steeds ‘nee’ zeggen op dit verzoek, maar je biedt een alternatief en stelt een vraag. Dus: ‘Nee, dat lukt mij niet. Maar morgen kan ik wel naar de supermarkt gaan, is dat voor jou ook oké?’ of: ‘Nee, daar heb ik nu geen tijd voor, maar ik wil je wel graag helpen. Voor wanneer moeten die boodschappen gedaan worden?’.
Door een alternatief te bieden én een vraag te stellen, sla je een bruggetje naar de ander. Je maakt verbinding en laat zien dat de ander belangrijk voor je is.
Dus mijn concrete tip aan jou: stel je grens, maar biedt tegelijkertijd ook een alternatief en/of stel een vraag om wel de verbinding te houden met de ander.
Om nu te doen:
- Neem even de tijd om een voorbeeld in je op te laten komen waarin jij graag je grens aan wilt geven.
- Bedenk dan nu hoe jij een alternatief kan bieden en welke vraag jij zou kunnen stellen.
- De laatste stap: met wie kan jij dit oefenen?
Ik ben benieuwd hoe jij dit gaat oefenen en op welke manier dit jou helpt om grenzen aan te geven. Laat het me gerust weten op hallo@empowermentcompany.nl.
Liefs, Sandy
Download & start vandaag nog met grenzen aangeven!
Hiermee meld je je ook aan voor de Happy@Work tips. Je kunt je op elk moment uitschrijven. Wij verwerken jouw gegevens zoals omschreven in onze privacyverklaring.